Inspiratie-uitingen
4.5 Hét teken
De Heer Jezus heeft op Golgotha de overwinning op satan en zijn demonen behaald.
Nadat Hij verheerlijkt was door de Vader, aan de rechterhand van God, heeft Hij de heilige Geest aan zijn leerlingen gegeven.
Toen zij gedoopt werden in deze Geest, kregen ze als teken: het kunnen spreken van geestelijke talen.
Het nieuwe is dat vóór die tijd deze werking van God nog nooit had plaatsgehad.
In het Oude Verbond is geen sprake van een vreemde, nieuwe of geestelijke taal van en door de Geest.
Het is hét teken dat behoort bij de gave van het Nieuwe Verbond, bij de doop in de heilige Geest.
Alle andere uitingen vinden we wel min of meer terug in het Oude Verbond, bij mensen die voorzien waren van de kracht van de heilige Geest.
Het waren slechts enkelingen, maar ze kenden de werkingen van de Geest van God.
Maar in de volheid van de tijd geeft de Heer Jezus, als teken van de uitstorting van de Geest, aan zijn leerlingen de mogelijkheid om (in) geestelijke talen te spreken.
Later, bij herhaalde Geestesdoop bij andere groepen van mensen, komt ook dit teken voor!
Geestelijke talen zijn tot:
- opbouw van de gelovige zelf;
- welzijn van allen;
- voorbede;
- herkenningsteken.
Gods goedheid kent geen grenzen!
Hij weet wie we zijn, hoe we gemaakt zijn en wat er van ons geworden is; in menselijk opzicht zijn we vaak zwak.
In elk geval in onze strijd tegen de duistere machten kunnen we met onze eigen menselijke geest geen stand houden.
Daarom komt Hij ons in liefde tegemoet.
Hij wil dat we sterk zullen zijn in Hem, in deze wereld, die beheerst wordt door ‘de wereldbeheersers van de duisternis, de demonen in de hemelse gewesten’ (zie Efeziërs 6:12).
Hij geeft ons daarom de ‘overvloed van genade en de gave van de gerechtigheid, zodat we door Jezus, als koningen kunnen heersen, voor eeuwig’ (zie Romeinen 5:17).
Ook zullen we heersen over de zonde, die als een belager aan onze deur ligt en wiens begeerte naar ons uitgaat (zie Genesis 4:7).