Inspiratie-uitingen
4.16 Lengteverschil tussen het gesprokene in geestelijke talen en uitleg
Ja, dat valt mensen direct op en sommigen worden hierdoor wat wantrouwend.
Een enkeling verwerpt om deze reden de ‘waarheid’ van deze uiting van de Geest.
Maar, bij enig inzicht in de uitingen en bij enige openheid van hart, blijft er geen echt probleem bestaan.
Er zijn twee mogelijkheden:
1. uitleg is niet gelijk aan vertaling.
Zoals al gezegd, is een letterlijke vertaling van een tekst anders dan het weergeven van de inhoud op hoofdlijnen.
Dit laatste is een uitleg.
Bij de weergave van de globale inhoud mag de uitlegger een groter of kleiner aantal woorden gebruiken ten opzichte van de gegeven boodschap in geestelijke talen.
Hierin is de heilige Geest uiteraard vrij.
2. de gebruikte geestelijke talen vormen een inleidend persoonlijk gebed,
waarna eigenlijk een profetische uiting gegeven wordt.
De persoon die zich door de Heer gedrongen weet tot inspiratie, bidt dan eerst enkele ogenblikken in geestelijke talen.
Zo zoekt hij hierdoor gemeenschap met de Heer om op Hem af te stemmen en daarna spreekt hij, onder inspiratie, een profetie uit.
Het zou in deze situatie te overwegen zijn, zacht in zichzelf in geestelijke talen te bidden, in plaats van hardop.
Hoe dan ook, wat betreft de werkelijkheid en de waarheid van de uitleg (profetie) maakt het geen verschil!
Trouwens, alleen een geestelijk mens beoordeelt de dingen van de Geest.
1 Korintiërs 2:10-15 – “God heeft ons dit geopenbaard door de Geest, want de Geest doorgrondt alles, ook de diepten van God. Wie is in staat de mens te kennen, behalve de geest van de mens? Zo is alleen de Geest van God in staat om God te kennen. Wij hebben niet de geest van de wereld ontvangen, maar de Geest die van God komt, opdat we zouden weten wat God ons in zijn goedheid heeft geschonken. Daarover spreken wij, niet op een manier die ons door menselijke wijsheid is geleerd, maar zoals de Geest het ons leert: wij verklaren het geestelijke met het geestelijke. Een mens die de Geest niet bezit, aanvaardt niet wat van de Geest van God komt, want voor hem is het dwaasheid. Hij kan het ook niet begrijpen, omdat het geestelijk moet worden beoordeeld. Maar een mens die de Geest wel bezit, kan alles beoordelen en zelf wordt hij door niemand beoordeeld.”