De heilige Geest
2.6 Getuigenis
Hier volgt het ontroerende getuigenis van een oude zuster in de Heer.
Zij kwam (toen ze nog vrij jong was) op een dieptepunt in haar leven, een slopende ziekte brak haar lichaam af.
Van huis uit was ze positief lid van een traditionele kerk.
In haar diepe nood riep ze tot de Heer.
Korte tijd later beleefde ze een diepe, ongekende gemeenschap met haar Heer.
Haar lichaam en de kamer waar ze ziek lag, werden doorstroomd met een Goddelijke glans.
De vrede van Jezus was tastbaar.
Zij dacht te worden weggenomen uit dit leven, om haar intrek te nemen bij Hem.
Ze voelde zich opgetild uit haar bed en door de Heer gedragen.
Zo sliep ze in.
Een dag later werd ze wakker.
Ze leefde nog, maar de nood was weg.
Haar lichaam herstelde zich daarna.
Wekenlang heeft ze de directe nabijheid van de Heer zo tastbaar ervaren als in die nacht.
De tegenwoordigheid van de Heer was als een bron van kracht en vrede.
Er gebeurde in een van die dagen iets wat zij niet kon verklaren.
Haar lippen vulden zich met lofprijzing en het grootmaken van haar Heer en God.
Jubel en dank vervulden haar … tot ze zich bewust werd van een reeks onbekende klanken.
Ze schrok ervan.
Ze ‘brabbelde’ voor haar onverstaanbare klanken.
Ze schaamde zich voor de Heer, dat ze zich eigenlijk zo misdroeg in zijn tegenwoordigheid.
Ze vroeg vergeving.
Maar elke keer als ze de Heer grootmaakte, kwam deze woordenvloed terug.
Het wonderlijke was dat het haar gemeenschap met de Heer niet belemmerde. Integendeel!
Ze ervoer juist een intens diepe gemeenschap op de momenten, dat ze die onbekende klanken uitsprak.
De vrede van God overweldigde haar.
Ongeveer 3 á 4 weken bleef ze deze ‘taal’ als gebedstaal gebruiken in haar vertrouwelijke omgang met Jezus.
Zelf sprak ze erover als een ‘hemelse taal’.
Toen ze na een paar weken helemaal genezen was, bezocht ze haar predikant.
Ze vertelde hem over haar belevenissen, ook over haar ‘wonderlijke gebedsleven’.
Ze deed het aarzelend, omdat ze nooit van zoiets gehoord of gelezen had.
Haar zielzorger lachte meewarig.
Hoe kon een verstandige vrouw als zij ‘koorts-ijlen’ aanzien voor een diepe gebedsgemeenschap met God?
Ze vertelde hem dat ze nog steeds zo bad!
Zijn verachting werd er alleen maar groter door.
Ze moest wel erg in een strik van satan terecht gekomen zijn!
Ze vond geen begrip.
Ze kreeg geen ‘uitlegging van de Schriften’.
Diep verslagen, omdat ze dan toch een werking van satan had aangezien voor een liefdedaad van God, vroeg ze vergeving en verzoening voor het aangezicht van God.
Daarna streed ze tegen deze ‘manifestatie’.
Veertig jaar later werd haar neef gedoopt in de heilige Geest.
Als goed lid van haar traditionele kerk ergerde zij zich aan zijn afval van de ‘leer van de vaderen’.
Vanuit gesprekken hierover en het lezen van een paar boekjes over de doop in de heilige Geest herinnerde zij zich haar ervaring van veertig jaar terug.
Heel aarzelend bracht ze het in een persoonlijk gesprek naar voren.
Zou dat toen misschien zoiets geweest kunnen zijn?
Zou die onbekende woordenvloed …
Tranen vulden haar ogen.
Had ze toen maar geweten van deze overvloed van levend water die God inderdaad beschikbaar wil stellen aan de zijnen.
God had haar aangeraakt toen ze tot Hem riep in haar nood.
Hij had Zich door zijn Geest gemanifesteerd in de uiting van geestelijke talen.
Deze diepe gemeenschap was er tussen haar geest en de heilige Geest.
Niemand heeft haar toen kunnen vertellen van de gave van de heilige Geest.
Wat een trieste ervaring.
Wat een gemis, wat een tekort!
“Het volk van God gaat te gronde door gebrek aan kennis”, zei de profeet Hosea al in het Oude Testament (Hosea 4:6).
Vandaag is het nog altijd mogelijk dat men door gebrek aan kennis van het geopenbaarde Woord van God geen deel heeft aan het overwinningsleven dat Jezus Christus wil geven.
Maar, prijs God, de Vader heeft de gave, de doop in en de vervulling met de Geest aan jou en mij beschikbaar gesteld, nadat Jezus verheerlijkt was!