De heilige Geest
2.2 De belofte
Jezus noemt het de belofte van de Vader.
Handelingen 1:4 – “Ga niet weg uit Jeruzalem, maar blijf daar wachten tot de belofte van de Vader, waarover jullie van Mij hebben gehoord, in vervulling zal gaan.”
De Vader had er opnieuw over gesproken in verband met het werk van Jezus.
Toen Johannes de Doper Jezus doopte in de Jordaan, zei hij: “Hij (Jezus) zal jullie dopen in de heilige Geest” (o.a. Matteüs 3:11).
Dan zal een totaal nieuwe tijd ingeluid worden voor het ‘volk van God’, zoals door de profeet Joël al was voorzegd.
Dit is de herstelperiode waarin wij nú leven!
Dat deze gebeurtenis van een zo groot en vitaal belang is, blijkt uit het gebod van Jezus aan zijn leerlingen7 dat zij moeten blijven wachten op de vervulling van de belofte van de Vader.
Wat is die belofte van de Vader?
Dat is de doop in de heilige Geest (zie b.v. Handelingen 1:4-5).
Petrus zegt in zijn toespraak op de Pinksterdag:
- Jezus is verhoogd
- Hij heeft de belofte van de Vader ontvangen
- Hij heeft ‘dit’ uitgestort
Er is geen vergissing mogelijk!
Wat hier op deze Pinksterdag gebeurt bij de 120 leerlingen, namelijk het uitgieten (uitstorten) van de heilige Geest, dát is de belofte van de Vader!
Alle beloften van God zijn in Christus (in de Gemeente, zijn lichaam, waarvan Hij het Hoofd is): ja! En het amen (de uitwerking ervan) is ook door ons, zijn Gemeente.
Wat een rijkdom van liefde!
Maar het is buiten enige twijfel dat deze belofte voor iedereen is bedoeld.
Petrus gaat verder.
Aan het eind van zijn toespraak is dit zijn oproep:
- bekeer je (keer je om, richt het doel van je leven op God);
- laat je dopen (laat je onderdompelen in water);
- en je zult de gave (het geschenk) van de heilige Geest krijgen,
want voor jou/jullie is de belofte …
(Handelingen 2:38 en 39: “Petrus antwoordde: Keer u af van uw huidige leven en laat u dopen onder aanroeping van Jezus Christus om vergeving te krijgen voor uw zonden. Dan zal de heilige Geest u geschonken worden, want voor u geldt deze belofte, evenals voor uw kinderen en voor allen die ver weg zijn en die de Heer, onze God, tot Zich zal roepen”).
Zie je ze staan, de Joden en Jodengenoten, vanuit de hele wereld bij elkaar in Jeruzalem?
Voor jullie is de belofte … voor allen die hier staan te luisteren, niet alleen maar voor een enkeling, voor een uitverkoren elitegroep, maar voor jullie allemaal!
Voor ieder, die hoort, zich omdraait naar God, zich laat dopen … voor hem of haar is ook de belofte dat God aan hem of haar zijn heilige Geest wil geven, als geschenk (dat wil zeggen: gratis, je hoeft er geen prestatie tegenover te zetten).
In latere tijden hebben veel mensen (veelal ‘godgeleerden’) deze belofte willen beperken tot de eerste eeuw of eerste eeuwen van het Christendom.
“Dat was voor toen, niet voor altijd, niet voor nú!
De Gemeente moest zich nog waarmaken.
Het Woord was er nog niet.
Maar nu is dat anders.
Nu hebben we ‘dit’ niet meer nodig!”
Gelukkig zien we in onze dagen een kentering, een herontdekking, dat ‘dit’ wel degelijk ook voor ónze tijd en voor óns bedoeld is!
Petrus zei het trouwens al, toen hij, pas vervuld met de Geest, zijn toespraak hield: “De belofte is: Voor jullie, voor jullie kinderen (nageslacht) en voor allen die ver weg zijn.”
Geweldig!
Het is voor de generatie van Petrus en … voor zijn nageslacht, de volgende generaties en voor allen die nog ver weg zijn.
Zó is het gezegd, zó is het bedoeld.
Hoe krijgen de mensen er dan deel aan?
Werkt het automatisch, omdat de Geest nu eenmaal eens is uitgestort?
Deze belofte is voor “zovelen God ertoe roepen zal”!
Het is een oneindig kostbaar goed.
Jezus moest er met zijn leven voor betalen.
En daarna moest Hij verhoogd worden (= opgenomen worden in de troon van de Vader) om deze belofte voor jou en mij te kunnen verkrijgen en ervan uit te delen.
Het was een hoge prijs die ervoor betaald werd, bepaald niet iets waaraan enige vorm van ‘automatisme’ verbonden is.
Daarom, wie de roepstem van God verstaat en daar gehoor aan geeft, mag ontvangen, zoals Petrus zegt: “Bekeer je en laat je dopen en je zult het geschenk van de heilige Geest ontvangen.”
De belofte is voor wie ertoe geroepen worden, voor die mensen die Jezus volgen en zijn woorden in hun leven willen toepassen.
God geeft zijn heilige Geest aan wie Hem gehoorzaam zijn, dat wil zeggen: die naar Hem luisteren en zijn woorden praktiseren.
In Handelingen 5:32 staat het zo:
“Daarvan getuigen wij en daarvan getuigt ook de heilige Geest, die God geschonken heeft aan wie hem gehoorzamen.”
Als jij dus ingaat op de roepstem van God, je omkeert en je richt op het doel van God en de zonde uit je leven wegdoet, dán heb je van Godswege de uitnodiging om de belofte in ontvangst te nemen!
Het ontvangen van deze belofte is zo iets groots, dat Lucas in zijn beschrijving van dit gebeuren rondom Pinksteren meerdere woorden gebruikt voor dezelfde manifestatie.
Het moet ons duidelijk worden van hoeveel belang de uitstorting van de heilige Geest is in het Koninkrijk van God.
God wil ons inderdaad leiden tot het vervuld worden met al zijn volheid, tot een leven in overvloed, naar het (voor)beeld van Jezus.
We lezen dat de belofte van de Vader inhoudt:
- de gave (Grieks: doorea, geschenk) van
- de doop in
- en de vervulling met de heilige Geest.
Door de belofte maakt God ons zijn wil en zijn Plan bekend.
Door de gave maakt God ons bekend hoe volledig zijn hand naar ons uitgestoken is.
Door de doop (in de heilige Geest) beseffen en ervaren wij de realiteit van Gods dynamische kracht.
Door de vervulling wordt ons duidelijk dat wij helemaal vol kunnen zijn/worden van en gelijkvormig aan Jezus Christus!
7 Leerling: In de NBG-vertaling is sprake van ‘discipel’. Het Griekse woord ‘mathetes’ betekent ook leerling of volgeling.