Informatie
12.5 Charismata
Zoals al eerder is aangegeven: een charisma is een bijzondere openbaring van de heilige Geest om een bepaald voorgenomen doel te realiseren.
De duur van deze openbaring hangt af van (het bereiken van) dit beoogde doel.
Er is verscheidenheid in genadegaven (charismata) of: er zijn verschillende gaven (1 Korintiërs 12:4).
Naast de gaven van genezingen zijn er nog veel andere charismata.
Timoteüs heeft bij de inzegening in zijn bediening een genadegave toegezegd gekregen.
1Timoteüs 4:14 zegt: “Veronachtzaam de genade (charisma) die je geschonken is niet; je dankt haar aan de profetische woorden die de raad van oudsten over jou, onder handoplegging, heeft uitgesproken.”
En 2 Timoteüs 1:16 – “Daarom spoor ik je aan het vuur brandend te houden van de gave (charisma) die God je schonk toen ik je de handen oplegde.”
Het is duidelijk dat hier handoplegging heeft plaatsgehad om Timoteüs in zijn opdracht, zijn bediening, te bevestigen.
Er is daarvoor voor hem gebeden door de gezamenlijke oudsten!
“Laat ieder van u de gave (charisma) die hij van God gekregen heeft, gebruiken om de anderen daarmee te helpen, zoals het goede beheerders van Gods veelsoortige gaven betaamt” (1 Petrus 4:10).
Ieder, zo op zijn eigen plaats, met zijn eigen taak, met zijn eigen charisma,
“… totdat wij allen samen door ons geloof en door onze kennis van de Zoon van God een eenheid vormen, de eenheid van de volmaakte mens, van de tot volle wasdom (grootte) gekomen volheid van Christus” (Efeziërs 4:13).
Een genadegave tot uitredding uit nood, uit groot doodsgevaar … Paulus en Timoteüs (2 Korintiërs 1:10).
Paulus had een speciaal charisma gekregen (1 Korintiërs 7:7).
In verband met het feit dat hij niet getrouwd was, heeft hij het over een charisma.
Ieder kan zo zijn eigen bijzondere charisma hebben of krijgen.
Als we nog eens de betekenis van charisma gaan invullen, dan kunnen we concluderen: God gebruikt de ‘gave’ om tot het door Hem beoogde doel te komen in ons leven.