Kracht & Liefde

De heilige Geest

2.3  De gave

Er worden door de Bijbelschrijvers diverse woorden gebruikt voor een geschenk: gift, cadeau, gave.
Als zij het hebben over het geschenk van God – de heilige Geest – reserveren zij daarvoor echter een bepaald woord, in het (oud)Grieks: doorea.
Wij gebruiken daarvoor hier het woord gave.
Deze gave is verbonden aan de belofte van de Vader, de doop in de heilige Geest.
Dit zelfstandig naamwoord – gave, doorea – wordt in het Grieks dan ook niet gebruikt voor een ander geschenk dan een gift, afkomstig van God.
Het woordenboek geeft als betekenis:
a) een gave om te bezitten met vrije beschikking;
b) in juridisch spraakgebruik: een bruidsgeschenk of een schenking door een testamentaire toewijzing.
De Bijbel noemt later de heilige Geest het onderpand van onze erfenis!
God maakt inderdaad bekend hoe volledig zijn hand naar ons uitgestoken is.
We kunnen in zijn testament worden opgenomen en te zijner tijd beschikken over al Gods geestelijke rijkdommen!

De Heer Jezus begint al vroeg in zijn Goddelijke opdracht te wijzen op deze gave.
Hij ontmoet de vrouw uit Samaria (zie Johannes 4).
In haar leven is eenzaamheid en hunkering naar liefde.
Haar levensloop geeft aan hoe groot haar nood is en het verdriet dat ze heeft te verwerken.
Op veel manieren heeft ze geprobeerd haar verlangens te bevredigen.
De dorst naar liefde en geluk zit immers ingebakken in ieder mens.
Jezus geeft haar een bevrijdend antwoord.
Jezus zegt: “Als je wist van de gave van God … Hij zou je levend water hebben gegeven.”
Als ook in onze dagen de mensen zouden wéten van deze gave van God – ze zouden een leven kunnen krijgen vol blijdschap en overwinning!
Want het ontvangen van dit levende water, deze gave, maakt dat er een voortdurende bron van levend water (= de werking van de heilige Geest) in je binnenste aanwezig is, dat zijn effect zal hebben op jouw eeuwige leven en ook op jouw leven van vandaag!

Veel godsdienstig fatalisme zou doorbroken worden als gelovigen deze gave zouden krijgen.
In de voortdurende geestelijke strijd die we hebben te voeren, komt God met zijn ondersteuning, zijn antwoord op veel vragen, waarbij wij het voorbeeld van Jezus Christus concreet kunnen navolgen.
Paulus vergelijkt de werking van de demonen die tot zonde pressen en verleiden, tot de dood erop volgt, met de werking van de levenskracht van Jezus.
Hij komt dan met de ontzagwekkende conclusie in Romeinen 5:15: “ … veel meer is de genade van God en de gave, bestaande in de genade van de ene mens, Jezus Christus voor zeer veel mensen overvloedig geworden.”
En alsof dat nog niet voldoende duidelijk is, herhaalt hij in vers 17: “… veel meer zullen zij, die de overvloed van genade en van de gave van de gerechtigheid ontvangen, leven en als koningen heersen door de ene, Jezus Christus.”
Het overwinningsleven, de dynamische kracht van Jezus Christus, is gegeven in de gave van de heilige Geest.

Als in Handelingen 8 de gelovigen in Samaria de heilige Geest ontvangen hebben, wil Simon de tovenaar (de occultist, de paragnost) deze gave wel kopen.
Handelingen 8:18: “En toen Simon zag, dat door de handoplegging door de apostelen de Geest werd gegeven, bood hij hun geld aan …”
Maar deze gave is niet te koop!
God geeft haar aan de mensen die naar zijn stem luisteren, die gehoor geven aan bijvoorbeeld de oproep van Petrus.
In het huis van Cornelius (Handelingen 10 en 11) ontvangen de gelovigen precies hetzelfde als de leerlingen van Jezus op de Pinksterdag.
Zij (de Joodse gelovigen) stonden verbaasd dat de gave van de heilige Geest ook over de ‘heidenen’ was uitgestort.
Hoe wisten ze dat?
In Handelingen 10: 46 staat: “ … want zij hoorden hen spreken in tongen en God grootmaken.”
In zijn verdediging voor de Gemeente in Jeruzalem herhaalt Petrus met nadruk dat God hun op volkomen dezelfde manier de gave gegeven heeft, op hun geloof.
De gave, die God had toegezegd, ontvingen zij toen ze werden gedoopt in de heilige Geest.

Aan de Gemeente in Efeze (4:13) wil Paulus bekendmaken hoe zij kunnen uitgroeien tot de volmaakte mens, tot de gelijkvormigheid aan Jezus Christus.
In Efeziërs 4:7 herinnert Paulus de Efeziërs eraan dat aan ieder van hen afzonderlijk de genade gegeven is, naar de maat waarin Christus aan hen de gave heeft gegeven.

Heb jij de gave van de heilige Geest al gekregen uit de hand van de Vader, tot lof van zijn heerlijkheid?