Kracht & Liefde

Het doel van God

1.7  Het volkomene

Nu zijn er mensen die op de hoogte zijn van de woorden van Jezus.
Sommigen kennen de begrippen al een hele tijd, vaak al vanaf dat ze kind zijn.
De schrijver van de brief aan de Hebreeën noemt ze.
Ze kennen de woorden.
Ze kennen de weg.
Ze doen er alleen niet zoveel mee!
Ze laten, als het ware, God maar praten: ze laten zijn Woord voor wat het is …
Ze zijn geestelijk hardhorend geworden, sommigen zijn zelfs geestelijk doof, traag van hart ook.
Dit laatste betekent dat ze niet spontaan en enthousiast reageren op de kostelijke en kostbare rijkdom van de liefde van God.
Zij hebben hun geestelijke zintuigen niet op God afgestemd.
Hoe jammer is dit toch!
Hierdoor verlies je veerkracht, meer nog – je verliest de overwinning!
De glans gaat eraf, de fut eruit, de dood in de pot.

Dan heeft de schrijver van de Hebreeënbrief het over papkindjes, baby’s.
Waar moet het eigenlijk naar toe?
Blijven waar je zit?
Bij de melk blijven?
Bij de eerste beginselen blijven?
NEE!

Wáren de meesten van ons maar zover dat ze de eerste beginselen al onder de knie hadden, het geestelijke basisonderwijs al gevolgd hadden, het fundament van het geloof al gelegd hadden.
Velen komen helaas na al die jaren zelfs zóver nog niet …!
Wat is de satan er toch goed in geslaagd velen van ons zand in de ogen te strooien!
De schrijver van de Hebreeënbrief wil zich met de Gemeente, met heel zijn hart richten op het volkomene.
Dit volkomene komt na het fundament (de fundering), na het geestelijke basisonderwijs.

Velen van ons zijn bang voor dat woord: het volkomene.
Maar God laat het meerdere keren neerschrijven in de Bijbel, waarvan menig gelovige zegt, dat hij deze ‘van kaft tot kaft’ gelooft.
God wil met ons naar het volkomene, naar het volmaakte, naar het niveau van de volwassenheid van Jezus Christus!
Geweldig!
Nu weten we het tenminste.
Nu kunnen we op weg gaan, achter Jezus aan.
Wij willen Hem toch volgen, waarheen Hij ook gaat?
Nu kan er een kéér in ons geloofsleven komen.
In de voetstappen van Jezus.
Achter Hem aan!
Sommigen van jullie zullen zeggen, dat dat niet zo gemakkelijk gaat.
Natuurlijk niet.
Tenminste, vanuit onze eigen mogelijkheden gaat het zelfs helemaal niet.
We hebben er echt de kracht van Christus voor nodig.
En die kracht krijgen we als de heilige Geest over (op, in) ons komt, zoals in Handelingen 1:8 staat.
Dit ontvangen van de heilige Geest hoort bij de elementen van het eerste onderwijs over Christus.

Dit eerste onderwijs bestaat uit de volgende onderdelen (Hebreeën 6:1):

En van hieruit op weg naar het volkomene, naar de tot volle ontwikkeling gekomen volheid van Christus (zie Efeziërs 4:13).

Hoe stelt Paulus zich dat voor?
Hoe kan een mens zo ver komen?
Lees maar eens Kolossenzen 1:27 en 28, waar staat: “Hun heeft God willen bekendmaken, hoe rijk de heerlijkheid van dit geheimenis is onder de heidenen: Christus onder (in de grondtekst staat: in) u, de hoop op de heerlijkheid. Hem verkondigen wij, wanneer wij ieder mens terechtwijzen en ieder mens onderrichten in alle wijsheid, om ieder mens in Christus volmaakt te doen zijn.”
Hem verkondigen wij:

We begrijpen dat, als God dit alles wil, namelijk ieder mens in Christus volmaakt doen zijn, satan uiteraard niet stil zit.
In dit verband is het wel heel opmerkelijk dat, als satan met zijn ‘beheersers van deze eeuw’ (dit tijdperk) van dit geheim (deze verborgen zaak) had geweten, hij nooit de Heer van de heerlijkheid zou hebben laten kruisigen (1 Korintiërs 2: 7 en 8).
Maar, prijs God, Jezus is gekruisigd.
Wat méér is: Hij is opgewekt en opgestaan.
En Hij zit aan de rechterhand van God, beeld van de heilige Geest.
Hoe onvoorstelbaar is dit geheim: Christus (door zijn Geest) in ons, de hoop op de heerlijkheid voor ons, de Goddelijke luister, die ook voor ons bereikbaar is!
En aan ons is dit allemaal ter beschikking gesteld door de uitstorting van de heilige Geest!

Juist in deze tijd – in deze wereld in stroomversnelling, in een generatie die kapot gaat door het werk van de demonen, de machten van de duisternis – mogen wij als zonen van God openbaar, zichtbaar worden.
Wij zullen te herkennen zijn als behorend bij Jezus: sterk en overwinnend op satan en zijn gevallen engelen, zoals Jezus Christus openbaar geworden is.
Hij trok het land Israël door, deed veel goede dingen (b.v. Hij bracht het Evangelie van het koninkrijk van de hemelen) en genas allen, die door de duivel overweldigd waren; want God was met Hem (zie Handelingen 10:38).
Dáárop wacht immers de schepping met reikhalzend verlangen, in gespannen verwachting.
De schepping, die nu gebukt gaat onder de pressie van satan en zijn demonen, die in de mens werken door middel van zonde, ziekte, verleiding, geweld en misleiding.
Met als doel: de mens zover mogelijk bij God en zijn liefde vandaan te houden!

God roept daarom een volk bij elkaar, de Gemeente van Jezus Christus.
De leden hiervan zijn allen vervuld met Gods Geest en in hen werken de krachten van de toekomstige eeuw, het nieuwe tijdperk, waarin God alles herstelt en waarin Hij tenslotte ‘alles in allen’ zal zijn (1 Korintiërs 15:28).

Korte samenvatting van het bovenstaande:

Voor een uitgebreide toelichting op het bovenstaande zie www.openbaring.nu